tegen één nacht van feestelijk rumoer bestand bleken. De gedienstigheid van de jongeman leed niet onder zijn onbegrip. Hij maakte gebaren in de lucht, alsof hij iets wilde grijpen of afweren, hij maakte kleine sprongetjes en had de onderlegde kelner zeker opnieuw aan een snelvoetige Hermes kunnen doen denken. Maar de aanwezigheid van dit springerige mannetje in de zaal woog niet op tegen de reeds voltrokken of nog dreigende ondergang van zoveel godengestalten. Baalmans woede werd althans door deze schutterige blijken van medeleven niet verlicht. Hij beende de zaal door, stiet in zijn blinde drift tegen tafels, liep stoelen omver en stampvoette af en toe, alsof hij ook de kwaliteit van de vloer niet meer vertrouwde en maar liever meteen naar de onderwereld verdween dan deze afbraak nog langer te moeten aanzien. In zijn hoofd was het een malende chaos. De bedragen die hij had neergeteld, de smoelen van de kerels die hem bedonderd hadden, die smuigerd met zijn partij wijn, de feestende troep van de afgelopen avond met die gek geworden voorzitter - het wentelde alles door hem heen, een op hol geslagen kermis, een bende die het er alleen om te doen was zich op zijn kosten te vermaken.
Hij nam het niet! Hij had zich niet omhooggewerkt, bloed en zweet geofferd, om zich door een stel oplichters tegen de vlakte te laten lopen. De tengere buffetbediende aarzelde. Hij moest telkens weer met zijn ogen knipperen en ook zijn handen vonden geen rust, maar grepen en knepen in het vage. Inmiddels zette Baalman zijn rondgang door de zaal voort, een gekooide beer. Een enkele maal bukte hij zich, nam een brok kalk op, bekeek het, wreef het fijn en liet het stof wegdwarrelen. Een in rook vervliegende illusie, een vernietigd stuk levenswerk. Maar Baalman was niet iemand die de strijd opgaf zolang hij nog adem in zijn longen had. Hij bleef plotseling staan, zijn hoofd schuin, alsof hij een geluid trachtte op te vangen. Vervolgens liep hij met energieke passen de zaal uit, naar de kantine. Het knechtje volgde hem, of liever: het voelde zich
51