rekenschap te geven. Al was hij hier naar toe gegaan om vermaak te zoeken en had hij dus gehoopt dit bij het Herculespubliek te kunnen vinden, nu, met Carla naast zich, hoefde hij niet meer te bedelen, maar kon zich de weelde van een supreme minachting veroorloven.
Pop was niet in staat zich zover boven haar milieu te verheffen. Baalmans overhaaste aftocht trof haar pijnlijker dan een klap in haar gezicht zou hebben gedaan. Nu was het niet de eerste keer in haar leven dat haar een botte afwijzing ten deel viel. Ze was daar tot dusver overheen gekomen, hetzij door zich zonder een woord terug te trekken, hetzij door in ronde woorden haar gemoed te luchten. Zowel in het ene als in het andere geval had zij zich staande gehouden met de gedachte dat de kans van haar leven nog komen moest. Vandaag lagen de zaken anders. Ze begreep plotseling dat haar jeugd voorbij was, dat een manke partner het hoogste was dat zij nog mocht eisen. Maar dit inzicht bracht haar niet tot berusting. Integendeel, er brak een fel verzet in haar los tegen een wereld die haar niets meer te bieden had, die haar eigenlijk nooit iets had geboden. Achter de vertrouwde gezichten om haar heen loerden lasterzucht, verachting, leedvermaak, en, het ergst van al, onverschilligheid. Niemand had haar ten dans gevraagd, niemand had ook maar het minste gebaar van toenadering gemaakt. Ze stond op. 'Toen ik pas getrouwd was’ zei Carla onder het dansen, 'probeerde ik me wijs te maken dat ik het niet erg zou vinden als mijn man een tijd weg was. De scheiding zou de liefde juist versterken. Een mal idee, hè?’
'Niet maller dan andere ideeën’ zei Henk. 'Zolang je erin gelooft, zijn ze goed, tenminste voor jezelf.’
'Maar het geloof erin verliezen, is verschrikkelijk’ zei Carla.
'Soms wel, soms niet. Je kunt bijvoorbeeld van het ene idee op het andere overstappen, zonder merkbare schade.’
'Ik wou dat ik zo weerbaar was’ zei ze zacht, maar toch luid genoeg
28