zonder zich om zijn hart te bekommeren, naar voren. De heer en mevrouw De Haan vatten elk een van zijn uitgestoken handen en zo vormden ze een trio gelukkigen waarop een regen van applaus neerdaalde. Zweet parelde Hoven weer op het voorhoofd, maar hij merkte het niet, zomin als hij merkte dat Thea bij de muzikanten op het podium was geklommen om het geheel beter te kunnen volgen. Hij voelde een lichte duizeling en drukte de handen van het echtpaar zo stevig alsof hij heel zijn dankbaarheid naar buiten wilde persen. De gehuldigden werden er verlegen onder. Alleen mevrouw Hoven doorzag de situatie, maakte de handen los en leidde haar man met behoedzame vastberadenheid terug naar zijn stoel. Daar trok zijn flauwte, die geen flauwte was, weg. Hoven negeerde de vraag van zijn vrouw die weten wilde hoe hij zich nu voelde.
Twee of drie echtparen verlieten de zaal, discreet, bijna zonder op of om te zien, als deserteurs. Een dergelijke afvalligheid pleegt de vreugde van de getrouwen niet aan te tasten. Integendeel, naarmate de zwakke broeders verdwijnen en alleen de sterke geesten overblijven, neemt de intimiteit toe, wordt men meer jongens onder mekaar, onvermoeibare feestvierders die van het burgerleven geen weet meer hebben. Zo ging het ook hier. Degenen die niet door dans en drank in een hoe langer hoe dichtere nevel belandden, waren aan de vingers van één hand te tellen.
Baalman behoorde tot de uitzonderingen, maar eigenlijk telde hij, die hier beroepshalve was, niet mee. Indien hij zich al wilde benevelen, werd hem dit belet door zijn tafeldame die hem het schokkende verzoek had gedaan haar met de naam Pop aan te spreken, een verzoek waaraan Baalman na een half uur nog steeds geen gevolg had gegeven. Ook had hij met succes weerstand geboden aan haar aandrang zijn voornaam te onthullen. Hij kleedde zijn weigering luchtig in, met een lachje en een grapje dat echter genoeg gif bevatte om iedereen, behalve dit vrouwelijke rund, achterdochtig te maken. Hij had haar ook nooit een tweede glas moeten
22