hiervoor gevoelig was? Absoluut niet. Het feit dat er uit de dorpelingen geen koor was te vormen, verried ook iets van deze gevoeligheid. Er schortte iets aan de dorpsgemeenschap. Het zou natuurlijk onvoorzichtig zijn, dit voetstoots toe te schrijven aan het kasteel en wat daarvan uitging. Maar de gedachte verdiende overweging en op die overweging zouden stappen kunnen volgen. Ondanks de moeilijkheden die hij nog voorzag, was het of er een last van hem afviel. Inzicht is een vorm van geestelijke helderheid en dus een geluk, dacht hij.
Die avond hield de vraag hem bezig welke stappen er precies gedaan moesten worden en door wie. Dat het kasteel nader verkend moest worden, lag voor de hand. Dat het hoofd van de gemeente zich niet persoonlijk met iets dergelijks belastte, lag evenzeer voor de hand. Maar wie zou hij een eventuele opdracht moeten geven? Daarvoor zou hij op geen enkele wet of verordening kunnen steunen. Wat de politieman die morgen gedaan had, kon door de beugel; voor een verder gaand onderzoek ontbrak iedere rechtsgrond. Het was trouwens ongewenst iemand anders in de zaak te betrekken. Men mocht wel zeggen dat het naïeve stadium, waarin hij nog met de bode over de onverklaarbare windvlaag kon praten, voorbij was. Het ging om de ontraadseling van iets dat in de ogen der wereld ongetwijfeld vaag en ongerijmd was, maar in zijn eigen ogen iets zeer intrige-rends dat speciaal hem aanging. Akkerman-Wakkerman - dat was een combinatie die geen derde toeliet. Hij had het daardoor moeilijk, maar het was ook een reden tot trots, een bron van kracht. Kracht kan haar waarde pas bewijzen wanneer ze een tegenkracht ontmoet waarmee ze zich kan meten. Hij besloot zich op die ontmoeting zoveel mogelijk voor te bereiden.
Zonder iets te hebben uitgetrokken, ging hij op zijn bed liggen. Zelfs zijn schoenen hield hij aan, waarbij hij ervoor zorgde dat zijn voeten over de rand van het bed uitstaken, zodat de schoenen geen spoor op het bed achterlieten. Het was geen gemakkelijke houding.
121