De Vliegende Hollander

Titel
De Vliegende Hollander

Jaar
1945

Overig
2ed, poezie

Pagina's
142



hij moest zich voor een handvol duiten bukken, gekromd staan van den prillen dageraad tot aan den nacht; geen zuiverend verrukken, dat ooit in golven door zijn lichaam slaat; hij wil den nood in spel en roes vergeten, een koning zijn, wegslingeren het juk, waaronder hij een langen dag moest zweeten, wanhopig zich vergooien aan geluk.

Eenmaal is hem dit al vertrouwd geworden: zijn hart, dat niets dan kommer heeft gekend, berust en wordt een bloesem, die verdorde, eer zij zich naar het licht had toegewend.

Zoo was de vrouw, tot wie hij moeder zeide, haar lijf was tot een grauwen klomp vergoord. Had zij nog deel aan hunkeren en lijden?

Het leven in haar oogen scheen vermoord.

Gelijk een doode schoof zij door de woning, een lichaam, dat geen laatste rustplaats vond; gedwongen tot een ziellooze vertooning, gaat het voor eeuwig op de aarde rond.

Zij sprak, zij had de woorden van de menschen, haar stem klonk dof, als uit een ander land, v/aar niets meer is te vragen of te wenschen, geen klank, die er de stilte ooit verbant.

Hij hoorde steeds die stilte in haar woorden en dacht: „Zij heeft toch eenmaal luid geschreid, dien verren nacht, toen ik hen vechten hoorde, het is of dat gegil mij nog doorsnijdt.





44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.