Zoo stierven naamloos in het slijk der wegen zij die het zonlicht droegen in hun bloed.
Dit land, door menschelijke macht verkregen, was door den mensch met vijandschap gevoed voor hen, die schennis pleegden aan zijn leven, aan zijn vrij machtigen en barschen staat.
Het Spaansche vaandel, dat omhoog kwam streven, een jonge vogel met den dageraad, ging met de moede zon ter kimme neder, een vogel die zich wegstort in den dood; geen sterveling zag zijn verschijning weder, hij was vergaan gelijk het avondrood.
Hij weet, de peinzer in het licht der sterren,
de norsche kapitein: er neemt geen droom
gestalte aan, wanneer niet voor den verren
en eeuwig sprakeloozen hemelzoom
een mensch zich plaatst, uit wien een stem gaat klinken
en eensklaps schijnt het of de wereld sprak,
het is een klank die van het zonneblinken
en van het zachte ruischen van een tak
de ijle siddering, (die hen doet leven,
in menschelijke taal tot uiting brengt;
zijn oogen staan van het geheim beschreven,
dat de gehaasten als een brand verzengt.
Maar deze, die zich uit den drom der kleinen gelijk een toren naar den hemel heft, blijft ongeschroeid, hij glimlacht in een reine
31