Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



Zij stonden voor een stad en zij herkenden:

zoo was het eertijds, toen de einder riep;

de loop der wereld was niet af te wenden,

wie eens onder het juk gebogen liep,

moest blijven loopen tot zijn schouders braken,

of aan zijn hoogen droom te gronde gaan;

de poorten, die zij eenmaal hoorden kraken,

waren uit de vernieling opgestaan,

een macht herschiep wat eens hun drift verwoestte;

in kleine groepen vielen zij uiteen,

zij wisten nog waarheen zij keeren moesten,

en in het eind liep ieder weer alleen;

er stonden boomen naar de lucht geheven,

diep door de aarde groef hun wortelnet,

zoo waren, dragers van het eeuwig leven,

zij eenmaal door Gods hand daar neergezet;

de grijze ruimte woei, de mensch versmalde,

een huivering doortrok het wereldwijd,

en, schoon hij oogen sloot en vuisten balde,

zijn leed is eensklaps in hem opgeschreid.





66

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.