Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



XVII

Het rijk der duisternis met zijn trawanten,

die, door een handvol penningen verlokt,

tezamen zijn gestroomd van alle kanten;

de velden loopen vol, de aarde schokt

onder het wicht van hun beslagen voeten;

hun heete hart klopt aan het schobbejak,

van schamp en kerving draagt hun huid de moeten,

van bonzend bloed staat heel hun lichaam strak;

zij worden door de ridderschap bevolen,

maar drijven kan hen slechts de plunderkoorts;

zij, opgekropenen uit slijk en holen,

zij grijpen aan en doen gelijk een toorts

de wereld in haar eigen gloed verteren;

zij snuiven prooi en bloed op eiken wind,

naar alle streken raasde hun begeeren,

en alle einders werden eenmaal blind

van smook, wanneer hun hartstocht vuur ging

[braken;

nu, voor hen, gaat de stadhouder te paard, hij schonk soldij, hard klemmen zij de kaken: ten offer biedt hij hun de gansche aard.





61

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.