Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



De weemoed kon hun honger niet genezen; hun huid, bepareld door den ochtenddauw, viel droog, de zon is koninklijk gerezen; een vurig waaien teisterde het grauw gelaat van de verkommerden; uit voegen, waarin de modder zich had vastgezet, steeg zure stank op, en voor eeuwig droegen zij hun vervuiling, als een Kaïnssmet.

Vervloekt zij het gedroom, slechts daden dwingen! De lucht voer brandend door hun ingewand, zij krompen, wilden naar den einder springen, de oude waan heeft hen weer overmand; opnieuw heeft nood en drift hun lijf verknepen en kromgetrokken tot een zwart gedrocht, dat zich door witte ruimten voort moest sleepen, met blinde oogen naar een uitweg zocht; en nogmaals werd hun een visioen geschonken: een verre stad, die onder val van licht grijs lag verdoken, maar de torens blonken, hun goud verspatte als een bliksemschicht.





60

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.