Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



Zoo, onder vlammendans en giftig rooken,

— heelal, dat achter hen tot asch verviel — met zwaarden en flambouwen opgestoken, met oogen, waar de hitte van hun ziel een tijgerachtig vuur in deed ontvonken, bereikten zij de poorten van de stad; zij hielden adem in, daarbinnen klonken kreten en slagen: het rapalje had de hooge stem van broederschap vernomen, wraak, die de wereld sloeg met vuur en damp; de rijken zagen hen tezamenstroomen:

„Bewaakt de poorten, er geschiedt een ramp!” Maar reeds begon het donkere rammeien, gewelven kraakten en een slot versprong, eerst was het éen, dan twee, dan dichte rijen van volk, dat door de kieren binnendrong; een wonde was er in de stad geslagen, een smetstof vrat haar trotsche lichaam aan, bacillen, die door vleesch en nerven knagen, geen macht kan deze woekering weerstaan.





54

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.