Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



Geen macht van wallen kon hen nog weerhouden, de wraakzucht stortte dwars door steen en bint, de puinen walmden na, de lucht vergrauwde, hun smoken heeft het zonnelicht verblind; een nieuwe stad en nieuwe plundertochten — vergolden zij ons duizendjarig leed! — zij toonden het livrei, waarvoor zij vochten: de kaas, het brood, bevestigd aan hun kleed; daar liepen er met volgetaste armen, het gulpte reeds uit hun verzaden strot, het rijke voedsel perste in hun darmen, zij struikelden, waanzinnig van genot, het einde tegemoet; hun aren puilden, hun kop ontgloeide tot een paarse vlam, een hond die stierf, zoo kronkelden en huilden de zatten, tot het plots verstillen kwam; de grond, die schuldeloozen zag verbloeden, aanvaardde ook het uitgeraasde wild; het groot erbarmen nam hen in zijn hoede,, waaraan de laatste ademtocht verkilt.





44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.