Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



XI

Dag, die zijn schemering niet af kon schudden, een trieste morgen; op het wijde plein de raad van poorters, kleine, zwarte kudde, die rondtast in de peillooze woestijn; de boeren sluimerden nog in de huizen, ontkomen aan den maatslag van den tijd, een stille burger liep langs de plavuizen en droeg de zwaarte van zijn eenzaamheid; hij klopte bevend de geluiden wakker, want achter deze stilte sliep de hel, en elke klop was angstiger en zwakker; hij ging gebogen onder het bevel:

„Roep de rebellen, roep hun voorste mannen!” Daar kwam er een, hij sloeg zijn armen uit, zijn lichaam leek de stilte te verbannen, in zijn gestalte werd de hel weer luid.

„O, machtig krijgsman, laat uw zwaard terzijde! Keer tot uw hof en tot den vrede weer!”

„Wat spot gij met ons duizendjarig lijden?” Een wolk sloeg op den raad der poorters neer.





40

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.