Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



Het huiverde: een nachtelijk verstillen, geprevel van het loover naar omhoog, waar sterren stonden klein en wit te trillen, alsof het huiveren ook hen bewoog; de benden rukten het geheim aan flarden, zij joelden door de straten en het scheen het duister zelf, dat weerriep met een harde, ontzette stem, die doordrong tot het been; zij trapten, roffelden aan deuren, luiken:

„Doe open! Geef ons brood en schenk ons bier!” Reeds tuimelden er rond met volle kruiken en sloegen in hun dronkemansgetier het vaatwerk tegen pui en stoep aan scherven. „Doe open!” en alom ontflitste licht, en poorters traden bevend op hun erven, staroogend, met lijkkleurig aangezicht; een vrouw bad luid, een kind begon te weenen, verloren ging dit eenzame geschrei, vernietigd, weggestampt door duizend beenen: de onderwereld voerde heerschappij.





39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.