Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



X

Nu stroomden zij uit alle hemelstreken

in dichte rijen op elkander aan,

als lichtstralen, die in éen brandpunt breken;

een vuur is uit hun midden opgegaan;

de donkere gelaten der vermoeiden,

der uitgebrasten, werden weer verlicht,

het was de oude bitterheid, die gloeide

op hun vernepen en verwoest gezicht;

en sterken waren er, met harde koppen,

de nood der jaren had hun huid verstramd,

hun vuisten schenen aan een poort te kloppen,

verbeelding heeft hun oogen aangevlamd;

zij hoopten gisteren nog op ontfermen,

dreven den ploeg door den versteenden grond,

dan ging het weder aan den einder zwermen

en trok de landsknecht als een duivel rond;

zoo dromden daar hun duizenden bijeenen,

een stem weerklonk: „Nu, makkers, houdt beraad!”

„Geen cijns, geen cijns meer!” Door hun roepen

[henen

uitschreeuwden anderen: „Geen woord, een daad!”





35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.