Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



VIII

De buit van dezen rooftocht: twee vermoorden en een gekneveld en te paard gesleurd, hun drift ontvlamde in te felle woorden; en duizenden, verzwegen en verscheurd; zij kropen gisteren nog als de mieren; opdat de aard zou worden opgewekt en eenmaal weer het feest der oogst zou vieren, lagen zij in de modder uitgestrekt; hun vuist verstramde tot een knoestig wapen; men stal de laatste vruchten uit hun mond; waartoe de weelde van den oogst herschapen?

Het vuur der wanhoop woei de wereld rond en dreef alom het boerenvolk te hoope; daar waren oogen, door de drift verstard, en armen, die zich hieven, met de knoopen der spierenbundels, tot een zwaard verhard; de zon sloeg vlammen in gewette zeisen; dan zwaaide met zijn muts een jonge reus:

„Weg met de rentmeesters!” Het wilde krijschen verhelderde zich eensklaps tot een leus.





28

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.