Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



Men hoorde enkel het gehijg der paarden, hoe hun de adem uit het neusgat spoot; maar, in de beugels overeind, gebaarde de meester; bijna meer dan levensgroot stond even zijn gestalte opgerezen; de zon betintelde het spitsenveld der lansen; als een schaduwachtig wezen kwam daar een arme uit de poort gesneld en stootte donkere, verwarde woorden naar het gelaat des meesters, wijl zijn hand naar alle zijden door het ledig boorde, dan sloeg hij aan den bodem, opgebrand; er kreunde nog iets na, de paarden traden het lichaam tot een vormelooze brij; dit bloed scheen hen met dieper drift te laden, de ruiters sprongen af, het erf lag vrij; twee boeren, met de handen uitgevouwen — ziehier wat onze arbeid heeft vergaard — traden naar voren, smeekten de rabauwen, dat hun het schamel leven werd gespaard.





26

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.