Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



Er waren winterdagen van verstillen, de hemel, als een grijze steenen schaal, stond op de aard gedrukt, die in een kille vereenzaming en zonder ademhaal, zonder een vleug van amper tastend leven, haar naaktheid aan het druilend licht beleed; er was geen teeken van haar bloei gebleven: een arme, die zijn bitter lot verdeed in droomloos staren tot de blinde ruimte; de menschen wachtten op de schemering, het was hun leven, dat tot asch verkruimde en aan de duisternis verloren ging; het was hun lichaam, dat, den arbeid moede, onder een dooden hemel het geschrei van het af stervend leven niet bevroedde en wegzonk in het sprakeloos getij; de schemering omwolkte hun gezichten, zij staarden dieper in den zwarten grond van hun bestaan; maar een ontstak de lichten, de haat was scherp gebeiteld om zijn mond.





12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.