Kaas- en broodspel

Titel
Kaas- en broodspel

Jaar
1938

Overig
poezie

Pagina's
68



III

Geen vrije mensch heeft meer den grond betreden,

geen stond meer in den nauw ontloken nacht,

een halm gelijk, te peinzen op den vrede,

waartoe zijn leven was teruggebracht;

een nieuw geslacht dreef voren in de aarde

en waaierde het rijke zaaisel uit,

dat kiemen ging, terwijl de nachten klaarden;

en door den zomer zong het hoog geluid

der oogsten; maar wanneer de dagen keerden

ten najaar tot een grijze karavaan,

de bladeren in huivering verteerden,

de zon in mist en droomen was vergaan —

verscheen de meester, die den cijns vergaarde,

de horzel, die het bloed der armen zoog,

maar vriendelijk: een, die zijn deel aanvaardde,

en nauwelijks de vlakke hand bewoog;

uit marmer was zijn aangezicht geslepen,

het donker landvolk zag hem angstig aan,

het scheen, dat hun de borst werd toegeknepen,

maar zelven hebben zij dit niet verstaan.





11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.