Een man
Aan de nagedachtenis van Johan van der Woude
I
Een man in de morgen, hij blijft even
stilstaan, ziet een dag
die de vensters wit maakt en schermt
zijn ogen af. Dan gaat hij scheep
op zijn stroomopwaarts trekkende gedachten,
hervat hij de niet eindigende vaart
naar binnenlanden waar verborgen lijnen
blootkomen, tekens die hij
samenvoegt tot gestalten,
stoeten die meebewegen op
het ritme van zijn ademhaling.
Na uren komt hij overeind, blijft wachten, hoort bladgeritsel voor zijn raam en keert zich om naar een vergeten wereld.
52