Het uur kwam, de seconde, de bijlslag
die de toekomst versplinterde. Op dode voeten
trokken zij af naar de martelholen.
De zon werd een bloedvlek achter de kim.
Daar, één onder miljoenen
tot slijk verteerde mensen,
ging ook Anne verloren. Alleen haar stem
is achtergebleven, levend water
in een uitgebluste wildernis.
43