Ijstijd
Ijstijd, zeeën midden in hun steigering versteend; bergen, door schimmel aangeslagen, onder een dode zon.
De stilte kraakt voortdurend. Nevelflarden, in elkaar gekronkeld, voeren een trage dans uit.
Ergens in ondergrondse holten hangt geur van uitgestorven dieren, houden planten een eeuwenlange winterslaap.
29