Dieper dan het licht...
Dieper dan het licht is mij het zwart waarin gij zijt vervluchtigd; ik begin soms dingen na te zeggen die ik nooit vernomen heb, alleen om in de grond uwer verlorenheid de open wonde van uw zwijgen dicht te branden.
De late nacht houdt in mijn ogen steeds uw hoog wanhopig beeld vast dat tussen stamelen en sterven naar adem zoekt.
En altijd word ik nog gewekt.
Een morgen vol verlaten wit legt vlakten om mijn aangezicht waarin gij als een vlam van mist wordt voortgejaagd.
28