Ogen ontbonden...
Ogen ontbonden, met geen naam terug te vormen tot bezielde stof en toch in lange nachten, als het lijf door ledigheid omademd wordt, nog nagefluisterd langs een hemel waaraan de laatste ster is opgebrand.
En in de morgen, als de dorre mond zich moeizaam losmaakt uit zijn kramp, staan alle vensters harder dan voorheen bespannen met afwezigheid en tilt het hoofd boven de rand van het weerbarstig licht stenen, ternauwernood te dragen, angsten, bevroren tot gevoelloosheid.
24