Napijn
Gelieven, uw mond bezweek,
ik zoek het vuur niet meer, ik ken alleen
de napijn van de hunkering,
en maak mij open tot een prevelen
van waterdruppels om uw verre naam
nog eens te doen bewegen,
en voel dan toch het tasten in mij gaan
om kleren, vormen, handen, om de mist
van leven die uit u is opgestegen,
zo hartverwarmend en eenzelvig,
dat ieder zwijgen er van spreken moet,
aleer het zich terugwendt naar de nacht
van uw niet uit te denken dood.
21