KRACHTSTATION
De weg spiraalde neerwaarts door de tijd. Donkerder, dieper lispelden de bossen. Een paradijs, tot in het hart verwoest, maar nog met armen van levende angst.
Dan, in een blok van licht versteend, de mastodon van de centrale, een zaal vol vingers die het energiegetal der stilte wezen.
Windzuiging voerde ons de trappen op. Zeventien meter waterval vergooiden hun woede aan een afgrond van beton.
Grommende generatoren maalden verbijstering tot doelbewustheid om die zich langs pezen door de hemel repte.
64