OOGHOLTE
Mijn stem legt met loodzware tong de ruimte vast: oogholte zonder kern.
Ik hoor het klinken van mijn voeten afsterven aan de rand der atmosfeer.
Mijn armen zwaaien seinen in de leegte.
De aarde draait zich in mijn lichaam om en maalt de lucht weg uit mijn longen.
64