IK ZOEK.
Ik zoek de grenzen van het absolute.
Wankelend zonder benen, roepend zonder stem, zink ik al dieper in het zand van deze lichtwoestijn.
Vuurbanen lopen uit de einder recht naar het doelwit van mijn ogen.
De stamelende angsten in mijn keel verstikken mij.
De handen van de wind zegenen mij tot stervens toe.
Ik zoek een grond; er is nergens meer aarde.
39