VIJF DAGEN
Vijf dagen zeekant, ramen met de wind op wacht, het ploegspoor van meeuwen in het gehoor en het getemperd orgelspel van bultig water.
Vijf dagen uit het dood papier leven oproepen, ’s ochtends voor het niets beginnen, ’s avonds met de woorden donker worden en niets meer vernemen dan wind.
Vijf dagen in het zand van de vergetelheid bijten en soms een korrel goud tussen de tanden voelen of slechts de nasmaak van een heerlijkheid die diep in de woestijngrond is vergaan.
47