SPEL ZONDER EINDE
Bergafwaarts schuifelt men het dorp in, ziet boven daken licht dat de tijd voorbij snelt, onhoorbare storm.
Bij elke stap wordt men meer mens, kijkt huis aan huis in spiegels die de wereld tot ogenmaat verkleinen.
Winkelend volk verzamelt zich, verpraat een levensuur, herkent wat vaststaat en verdwijnt over zijn drempel.
Zon en stof in leeggelopen straten waaien dooreen, spel zonder einde, dans op de toppen van de zwaartekracht.
38