JEUGD EN NAJEUGD OVER
Jeugd en najeugd over.
De bomen beven nog van kracht
maar hun sap droogt langzaam weg en elke avond
staan zij naakter in de wind.
Ik hoor achter geluiden
de stilte holten bouwen
waarin ik slapen kan en het verdriet
wegsijpelt in de grond,
tot rust komt en alleen
met een verlate snik
herdacht kan worden.
13