HET VOORBIJE
Straks is er enkel het voorbije: wonen in wat gebeurd is, luisteren zonder weerklank, leunen aan een tijd die niet verloopt.
Voor de deur diep water zonder glimlach, spiegel, stiller dan een dodenmasker.
Men volgt achter zijn handen aan krimpende ronden die gaan samenvallen met hun punt van uitgang. Voetgeschuifel zoekt nog even en verstomt.
10