IX
GESTRAFTE HEILIGSCHENNIS
|EN eersten keer, dat ik een gebedenboek 1 in handen heb gekregen, werd me bij «herhaling met nadruk verklaard, dat dit lboek heilig was. Moeder vertelde me,
_ _I dat oudere menschen, wanneer ze het
per ongeluk vallen laten, een halven dag vasten om boete te doen. Ze zei, dat ik het moest behandelen als het liefste, dat ik bezat. Onbewuste kindcrcon-clusie, ,,het liefste, dat je bezit is. . heilig”. Den schakel, dien ik wegliet bij mijn kinderlijke redenee-ring, had ernstige gevolgen, ik kwam reeds op ruim vijf-jarigen leeftijd in de eerste leerklassc, waar ’s morgens het godsdienstonderwijs No. i op den werkrooster stond. We leerden het Hebreeuwsch lezen uit het gebedenboek zelf, dus moest het eiken dag mede naar school genomen worden. Dat was een mooie training om het heilig te houden, waaraan ik me uit het diepst van mijn hart wijdde. Ons kindermeisje ging toen om de veertien dagen op Zondag naar huis bij haren vader, die boven een boekenwinkeltjc woonde. Het was voor moeder die zwak was, altijd een moeilijke dag zonder haar hulp. Wanneer wc heel zoet waren geweest kregen wc als hoogste bclooning één van de cents prenten, die moeder haar van het buurwinkeltje voor deze gelegenheid liet mcêbrengcn. De gefantaseeerde verhaaltjes en sprookjes, Jan de Wasscher, Roodkapje, Klein Duimpje, enz. enz. aanschouwelijk met schrille kleuren voorgesteld, waaronder duidelijk verklarende rijmpjes, die ik uit het hoofd kende, ze werden werkelijkheid voor me en daarbij zijnde.... een extra bclooning van Ma ze waren heilig.