39
SCHOOLBLIJVEN
ongelukkig maakte, me aldus toegesproken had, dan zou ik het niet licht te boven zijn gekomen.
Ik had den dag aardig ingeluid: voordat het openbaar onderwijs begon, had ik het maximum „tot zeven uur schoolblijven” reeds op mijn lijstje van den godsdienstonderwijzer, die. . . . anders nooit liet schoolblijven. Ik had nu het moeilijkste achter den rug. . . . het strijden. Het niet telkens een kwartier schoolblijven te hooren bevelen maakte me kalm en deed me veel rustiger zijn dan andere dagen. Na schooltijd, op weg naar de strafkamer, riep een van mijn zusjes me nog even toe; „Ma is er.” Schrik en teleurstelling grepen me aan, ik was overtuigd, dat deze straf niet als gewoonlijk wanneer Moeder ons zelf kwam halen, op een anderen dag verschoven zou worden, daarvoor had ik te erg gezondigd en het hoofd kon den leeraar geen toestemming vragen daar deze niet aanwezig was. (Ik begreep toen niet, dat onze hoofdonderwijzer onbeperkt gezag had, dat had hij trouwens nooit laten blijken).
Moeder had de gewoonte één middag in de week inkoopen voor het huishouden en de kinderen te doen. In vele winkels, o.a. Kundert, de Vlijt, kregen de klanten lekkers en aardigheden voor de kinderen. Met zakjes, doosjes met pepermunten, merkboekjes, procffleschjes odeur en cau-dc-colognc enz. enz. werd Moeder dan overladen en ze kwam ons daarna van school halen om ons met die heerlijkheden te verrassen. Ik bereikte wel nooit het bezit van het volle aandeel zooals de anderen, daar Moeder toch het schoolblijven moest afkeuren al werd het verschoven, maar ... die middagen waren voor mij niet te beschrijven prettig. Dien bewusten middag werden mijn zusjes in de wachtkamer geroepen, waar het hoofd en Moeder beiden aanwezig waren om te vertellen, wat er met. me