Jeugdherinneringen

Titel
Jeugdherinneringen

Jaar
1925

Pagina's
150



24

IEDER HET ZIJNE

vaardigheid kunnen verdragen en daar moeder me in het ongelijk gesteld had, althans niets te mijner rechtvaardiging had gedaan, wilde ik nog langs anderen weg beproeven, recht te verkrijgen. (Ik begreep toen niet, dat moeder aldus handelde, omdat ze me wilde leeren onrechtvaardigheid verdragen, die ik toch evenals ieder onvermijdelijk ontmoeten zou op mijn levensweg.)

Ik zie nog het ondeugende, glunderende gezicht* van het hoofd, toen hij me onmiddcllijk met een opdracht naar de juffrouw terugstuurde. Vier keer liet hij me herhalen, wat ik zeggen moest, totdat hij zeker was van de juiste voordracht. Vol opgewektheid ging ik naar de klasse terug: ik had het hoofd o, zoo goed begrepen. Reeds bij de deur van het lokaal begon ik met mijn opdracht:

„Juffrouw, ik moet van het hoofd op de bank gaan staan en daarna iets tot u zeggen. Alle kinderen moeten mijn schande hooren.”

„Ik vraag u verontschuldiging voor mijn stoutheid, ik heb de straf ruimschoots verdiend. Ik heb over de klasse geschreeuwd en ben heel eigenwijs geweest, het is wel waar, dat Scmaphoor bctcekent teekendrzger, maar in IJmuiden. . is het lees-teeken.”

Vol triomf zeeg ik in de bank neer.

Ik vond de twee honderd vijftig strafregels nu niet zoo naar. Ik maakte ze tegen mijn overtuiging. . . . maar mijn rechtsgevoel was bevredigd. Den tweeden keer schreef ik ze zoowat in de stemming, waarin Hendrik de Vierde zal verkeerd hebben, toen hij uitriep:

„Paris vaut bien une messe.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.