Oorlogsgod:
Dwaze jongen!
Dwaze, dwaze jongen!
De wereld ben ik,
De wereld regeer ik,
De wereld beveel ik.
Arme dwaze jongen. (Hoonlach.) Hoorngeschal.
j ij Gewonde zakt omlaag.
Doek langzaam.
DERDE TAFEREEL
(Viool klagelijk).
Ie Scene, nu geheel donker, even 't 1 voetlicht. Moeder zwart doek om hoofd alleen midden voor de tafel, spreekt als biddende voor zich zelf, handen op tafel, enkel gezicht belicht.
Moeder:
Allen de andren, Heer Hebt Gij genomen,
’k Bid U, ik kan niet meer, Laat haar toch komen.
Laat haar, mijn alles,
Niet voor mij teloor gaan, Aanzie hoe mijn val is, Hoe mijn doorstaan.
Wat heel mijn hart had, Is mij gebroken,
Van liefde en vreugde Ben ik verstoken,
Al mijne luister,
Alles is heen.
19