Een bonte vlucht

Titel
Een bonte vlucht

Jaar
1911

Overig
Verzen

Pagina's
88



Dan lierden zij het waltouw in, die lier die had een zonnezin en piepte als een valsche fluit op ’t watertje zijn joolzang uït.

Zij lierden met hun armen twee kerels van stavast, het wieltje lag te karmen, en kraken dee de kast.

De frokken gingen spannend staan, de schouders werden dubbel schier, de pruimen-monden klemden aan, de oogen schoten vier.

Het scheepje ging uit zeilen het water sprong omhoog, het vlaggetje, op de steile dat pinkelde omhoog.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.