Het scheepje ging uit zeilen het water sprong omhoog, de kleine mast, en de steile, die lierden zij omhoog.
Zij hadden blauwe frokken aan de mond van pruimen openstaan, en schouders als een fransche stier: de oogen vol van lichtgetier.
Zij trokken er van mast tot mast de koffiebruine zeilen vast, die bliezen zich met branie op tot 't pinkelvlagje aan hun top.