Immortellen

Titel
Immortellen

Jaar
1912

Pagina's
55



Je neusje zoo gebogen» fijn dringt zich of in mijn borst wil zijn, je oortje als een bloem ivoor drong zwarte lokjes door naar voor, je hooge hoofdje in mijn arm duikt zich, en schut zich, warm.

Daar komt omhoog de witte maan uit wolken zwart en ziet mij aan en kijkt mij door de ziele heen en in mijn oogen of ik ween: als zij dan glanst op jou mijn kind is 't of je 'n zilv'ren kindje bent.

Die hooge maan die ziet zoo ver en wijst daar aan die gouden ster zoo blinkende met hellen schijn, waar of de doode menschen zijn.

De doode menschen zijn heel wijd nog verder dan de maanglans glijdt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.