Immortellen

Titel
Immortellen

Jaar
1912

Pagina's
55



DE VIER KAMERADEN.

Ik zit aan mijn tafel in de werkersbuurt de lucht is grauw, het licht is stil, dood-grijs: wat kinders en een orgel klagen droeve wijs omhoog, ’t js of de dag al eeuwigheden duurt.

Ik zit aan mijn tafel, rondom mij zijn stil drie schamele gestalten zwijgend neergezeten, zij zijn mijn kameraden lang reeds, en zij weten dat 'k vrij hen bij mij duld, niet angstig voor hen ril.

Links van mij zit de zorg, de maagre handen in het

vale haar

de oogen brandend en van bloedstralen doorloopen, de lippen dichtgeklemd en heel 't gelaat bekropen van ’t grauwe baardhaar: Jeent op zijn armenpaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.