En dat dc eerste witte bloemen, de eerste en de
1etsten,
gij naar mij reiken zoudt tot eindeloos afscheid met eene kus zoo moederlijk, en innig zacht gewijd, en mij bewaken zoudt tot stalen schroeven ketsten.
Dat gij, als ik begraven lag, en diep, nooit meer tot u zou mogen nêren mijn bloemen zorglijk teeder zoudt bewaren en voor mij bloeien doen, alsof ik niet en sliep.
Dat gij, *s nachts, enkel in het stille bed vaak droomen zoudt van hem die was uw hart, en gij, als uwe ziel van weedom was verward zoekende tasten zoudt naar *t blonde jeugdportret.
Nu droeg ik, draag ik alles wat ik heb gedacht voor u, en woelt in mij een dubble weeë pijn dat dit mijn lief voor u zoo hard had moeten zijn en ik nooit leed om u, om 't zware zuiker vracht.