De dragers, de dragers treden zoo hard, hoe vaak droeg ik u in mijn sterke armen als een vogel verschrikt, in netten verward, met bang fluiten, en schriklijk alarmen.
Nu, vreemdige kerels voor een slok en een munt sjorren sjokken en stappen hoogluid, lijk slagers versjouwen gespleten rund en 't dragen de slachtplaats uit.
ai