Immortellen

Titel
Immortellen

Jaar
1912

Pagina's
55



De zachtblanke de teedere handen liggen samen als baden ze zacht en als boden ze weer de guirlanden de witten, haar lieflijk gebracht.

O leven zoo vroeg mij verloren in uw bloeiende lieflijkheid, wie zal nu mijn leefuur mij schoren wie wordt nu mijn adem gewijd.

En het leven, 't zachtteedere leven dat nu klaagt om de melk uit uw borst dat gedije zijn leven, uw leven, en nu roept u en jammert van dorst.

De gouden, de gulden flambouwen, de blonde, de gulden flambouwen, de kaarsen dooven zacht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.