Immortellen

Titel
Immortellen

Jaar
1912

Pagina's
55



De gouden, de gulden flambouwen de blonde, de gouden flambouwen de kaarsen branden zacht.

De wind ruischt er nauw doorhenen door de kamer dagelichtblind, een gordijn ruischt en ruischt alleene bewogen door suizlende wind.

De doode, de teedere doode in de pracht van haar glanzig zwart haar Jigt vreemd, als droomde ze bloode op de bloemenomdolven baar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.