Gewijde liederen

Titel
Gewijde liederen

Jaar
1926

Pagina's
64



Dat 't woord mag juichen! en van zonne ’t glinder! dat in klank en woorden zoet en klaar

mag weenen om ontfermen inkeerig en in boete.

Dan zal ik liggen als in zee n golf en zephir zal ik hooren en ’t fijne windengeruisch, tot mijne naam opklinkt van de Hooge Englenkoren,

„hier is Uw kind Alvader het wachtte lang zijn thuis.”

58

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.