Gewijde liederen

Titel
Gewijde liederen

Jaar
1926

Pagina's
64



BOETE

Ik kom zooals 'n vogel schuw in zijn vederen weggedoken, laat nu Uw onweeren niet woedende om mij heengaan

Heer! en verpletter mij niet in Uw hevige donderingen.

Klein ben ik. min en zwak in schrale vlerk en vlogel, want ’t woord dat is gesproken zoo eindelooze keeren liet ik als doof en blind in onverstaan: nu ben ik moede en oud van al mijn dolingen.

Ik kom nu als 'n vlinder naar Uw goud altaar en leg mijn kleine boete en zoen aan Uw omlichte voeten.

57

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.