WIEGELIED
Jitschok Jaangkof en Awroom waren goed en waren vroom de Maloch woonde in hun huis Kol Yisrool dat was daar thuis.
Kwamen vreemde menschen aan
bleven min die buiten staan,
ieder werd ’n plaats bereid met 'n kleed of andre sjeinekeit.
Water om te wasschen rein,
Koeken kregen ze, en wijn alles voor huns mans en beest
beste vaders zijn ’t geweest.
48