CHANOEKA
Dat nu de lichten blinken in den nacht zooals ’t licht blonk ten tijd der Macabeeën.
Het licht dat glansde als des strijders Hemelsche wacht, hen in zijn zachte glanzen Gods gunste heeft beleeën.
Acht dagen en acht nachten bloeide
dat wonderlicht er was geen was er was noch vet noch kaarske.
Het bloeide al maar door en uit dat wonderbaarlke groeiden des strijders krachten tot overwinnaarsmacht.
29