SEIDER
Dit is het brood
van toen wij slaven waren
en kromden onder ’s meesters zweep
als pluimen onder wind:
onze vrouwen waren de Heeren tot spel
onze dochters hun zwelgerijen.
Zet open de deur voor Elia dat hij hoore dat wij hem wachten en dat wij
zijn woorden gedenken en dat ontbloeid is wat hij in ons hart gestoken heeft.
Zet open de deur want nog gaan er slaven rond van ons volk: dat zij onze luchters zien en komen, dat zij ons ongezuurde zien en ’t medebreken,
17