Zangen van hoop

Titel
Zangen van hoop

Jaar
1919

Overig
Gedichten

Pagina's
106



'N MEISJE DAT ZICH VERGISTE


Meisje Meisje waarom bloos je, bloos je, als rozeroode roosje

dat in witte vaas te pralen staat;

roode wang op ’t wit gelaat.

En de zwarte glinstergitjes in de mellekblanke witjes

worden donker worden licht, naar de donkre wimper zwicht.

En je mond, erachter zitten roomblank blond de witte pitten als in raatjes van meloen, weet niet wat ze nu moet doen.

Moet ze lieflijk moet ze stroef zijn? —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.