Zangen van hoop

Titel
Zangen van hoop

Jaar
1919

Overig
Gedichten

Pagina's
106



ODE AAN MIJN ZOON

Nu gij mij aanziet en ik kus u

op ’t roode roode mondje.

Nu gij mij aanziet en ik uw oogjes zie uw oogjes als twee knikkerkens van licht, twee groote zwarte steenen glad en bol geslepen goud-email beleid, twee gouden stralensterren drijvend op zwarten hemel, die als fluweel is.

Nu gij mij aanziet en ik kus u en gij kust mij en ’k voel uw warmen adem op mijn lippen, voel ik dat ik u liefheb dat ik u liefheb liever dan mijzelf.

Zooals een perelaar een vrucht — hij heeft er duizenden en telt er geen —

zoo heb ik u gedragen in mijn hoofd,

’n luttel vruchtje ongeteld en ongezien; en als de sterren door ’t heelal zoo zijt gij door mijn leden heengegaan en ’k wist het niet!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.